Haakvraag

Wellicht een beetje een vage vraag mbt het haken. De steken opzich zoals lossen en vasten, stokjes snap ik. Nu weet ik dat, als je aan het einde van de toer bent je keerlossen moet maken, afhankelijk van de te haken steek.

Stel ik heb een reeks lossen. Vervolgens ga ik beginnen met vasten. Dan moet ik in de tweede losse steken en dan de vaste haken. Moet ik daarna wederom in de tweede losse haken..............dan gaat de toer wel heel erg snel. Ik snap niet hoe de logica van haken niet.

Stel dat ik over bovenstaand het antwoord heb, een vervolgvraag.

Boven de reeks vasten de volgende toer (2e toer). Ik begin wederom met één keerlosse. Volgens de info uit mijn boekje dient de keerlosse als steek, klopt dit? En kan ik omdat onderstaande toer al vasten zijn  dan direct inde volgende vaste een vaste kan maken of moet ik in de tweede vaste steken.......

Oftewel, ik snap de steek op zich wel, echter niet hoe ze zich verhouden met andere steken. Ik hoop dat mijn vraag een beetje duidelijk is overgekomen.

Ik wil wel graag met een haakpatroon beginnen waar ik zelf ook plezier aan heb. Een sjaal is wellicht handig om mee te beginnen alleen verwacht ik straks een geweldige zomer en dan ligt de sjaal mooi in de kast. Is een muts te moeilijk?

In spanning wacht ik jullie antwoorden af. Alvast bedankt.

 

Keerlossen dienen ervoor om je haaknaald "op de goede hoogte te brengen" aan het begin van elke toer. Je haakt dus alléén keerlossen tussen twee toeren in (het verschilt per patroon of de keerlosse(n) aan het eind van de oude toer of aan het begin van de nieuwe toer genoemd staan, maar het komt precies op hetzelfde neer).

Voorbeeld: als je in een nieuwe toer stokjes wil gaan haken en je begint zonder keerlossen te haken (dus in de eerste steek van je vorige toer), dan zal je een gebogen/verwrongen stokje krijgen. Om dit te voorkomen haak je dus keerlossen.

Het verschilt per gebruikte steek hoeveel keerlossen je maakt:
vasten:  1 keerlosse
halve stokjes:  2 keerlossen
stokjes:  3 keerlossen
dubbele stokjes:  4 keerlossen

Of de keerlosse(n) meetelt/meetellen als steek varieert per steek: als ik vasten haak, dan tel ik de keerlosse niet mee, bij stokjes tel ik de keerlossen wel mee als steek. Bij halve stokjes weet ik eigenlijk niet wat de beste methode is. In ieder geval is het idee achter het soms wel en soms niet meetellen dat je op deze manier een zo recht mogelijke rand van je haakwerk krijgt.
Wanneer je de keerlossen wél meetelt als steek, haak je aan het einde van elke toer de laatste steek in de bovenste keerlosse van de voorgaande toer. Zo blijft het aantal steken per toer gelijk.


Ik hoop dat het zo een beetje duidelijker wordt!

Gewoon goed je steken tellen in het begin, na een tijdje zie je beter waar je in moet steken. Maar inderdaad bij haken heb je snel een steek meer of minder.

Als je twee of drie keerlossen moet maken voor een half of heel stokje, kun je de laatste "gewone" losse van de ketting, vóór je gaat tellen, even vasthouden met je linkerhand. Want voor een beginner is het best lastig tellen, terwijl er ook nog eens een steek op de haaknaald zit. En gewoon hardop tellen, daar went je familie best aan.