AH Haakpakketje: hartje haken

Ik heb nog nooit gehaakt en dacht dat het met dit kant-en-klare pakketje van Albert Heijn makkelijk zou zijn.
Het heet: Haak een hartje en is nu verkrijgbaar bij de AH XL.
Er zit een instructieboekje in waarin het volgende staat.

Voor- en achterkant / Haaknaald 3:
je start met 2 lossen (rood)
in deze twee lossen zet je 1 vaste en je eindigt met 1 losse
draai je werk om, begin aan de volgende rij volgens het patroon van fig. a

fig a. is een hartjesfiguur met ruitjes (zie foto). En aan de linkerkant staat een rij getalletjes.
Het begint als volgt aan de onderkant:
5
7
9
11
13
15
17
17
35x10
33
31
29
27
25
23
21
19
17
15
13
11
9
7
5
3
1 vaste
2 lossen
en aan de rechterkant staat dan ook nog zo'n rijtje
5
7
9
11
13
15
17
17

Er boven staat nog:
Bij dit figuur:
meerderen = plaats 2 vasten in 1 vaste van de vorige rij
minderen = de eerste vaste en de één na laatste vaste overslaan

Ik snap er niks van. Wat betekenen die cijfers?
Hoe draai ik mijn werk om en begin ik een rij? Moet ik dan 5 losse maken. Of als ik aan de onderkant begin, waar die eerste steken staan die ik al heb gedaan en maak er 3.
Of moet ik die drie losse als meerdere zien. Dus twee steken meerderen (in totaal dus vier vasten in de vorige rij steken?)
Ik heb het een paar keer geprobeerd maar het lijkt nergens op dus haal ik het maar weer uit.
Heb wat filmpjes op Youtube gekeken en instructies op internet, het basishaken lukt me volgens mij wel.
Alleen nergens een voorbeeld van hoe je een hartje maakt.
Wie helpt mij?
De foto vindt je hier, weet niet hoe ik hem via picasa kan linken. Als ik de code plak, gebeurt er niks: http://picasaweb.google.nl/lh/photo/FMyevnlA4gAoquQjqiXgfw?f eat=directlink

Hoi,

Ik zal een poging wagen, al zijn er hobbydoosjes die me misschien zullen corrigeren.

De cijfers die naast de afbeelding staan, zijn het aantal steken die in die rij van toepassing staan. Bovenaan staat bijvoorbeeld 5 (steken) en rechts ook 5 steken dit worden de bovenkantrondingen van het hart.

De breedste rij is dus 35 vasten aan een stuk.

Uiteindelijk zak je dan naar beneden in de punt van de 2 lossen. Je werkt van beneden naar boven in dit geval. Dus van puntje naar de rondingen.

Start met 2 losse. Hierin maar 1 vaste. En weer een losse. Door deze laatste losse kun je je werk keren. Dan dus in de gemaakte vaste meerderen. Dus 2 vaste in 1 steek. En dan weer keren. Aan het begin en eind van de rij zoals beschreven meerderen  of minderen ( maar dit laatste duurt dus nog even).

Ik heb nu geen haakwerk bij de hand, anders had ik het uitgeprobeerd, dus ik hoop dat ik het goed verwoord en bij het rechte eind heb.

Succes,

Rosemarie

Tijdens mijn poging om te verwoorden had Veerle dit dus ook geprobeerd. Toch verschilt onze uitleg.

Veerle: ik mis nl. in de omschrijving de standaard keerlosse in het haakwerk. Alleen de eerste keer staat ie beschreven, en verder nergens. Ik denk dat als je deze niet elke rij toepast het hartje mooier vloeiend verloopt.????

Rosemarie

Ja, dat gevoel heb ik ook. Maar aangezien er nergens meer over een losse wordt gesproken of getekend, had ik het idee dat dit scheef gaan juist de bedoeling is om een mooie vorm te krijgen.

He, jakkie, nu heb ik toch de neiging om het in de praktijk uit te gaan vogelen, maar eigenlijk moet ik nog heel veel andere dingen doen.

Zijn er nog meer hobbydoosjes met voorstellen?

Loislane: in ieder geval succes. Ik blijf dit topic even volgen....

Rosemarie

Je gaat van 1 naar 3 naar 5 en zoverder. Dus dat betekent dat je elke rij 2 vasten moet meerderen (in de eerste en de laatste steek van die rij).

Dus:

2 lossen, 3 vasten in de 2de losse. Dan om naar die 5 te gaan: 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste, 2 vasten in de laatste steek.
Om dan naar de 7 te gaan: 2 vasten in de eerste steek, 3 keer 1 vaste, 2 vasten in de laatste steek.

En zo verder.

Groetjes