Je hebt in ronde 11 (12?) een aantal steken niet gebruikt (waarschijnlijk 11 steken, aangezien je in het midden moet aanhechten en dat is de 6e steek). Je hecht dus aan in de 6e steek van die ongebruikte steken, en haakt dan 1 vaste in elke steek. Haak dan het hele rondje door, dus ook de 25 steken die je van ronde 11 wél gebruikt had. Als mijn vermoeden van de 11 steken klopt, haak je dus in deze ronde 36 steken. Tot dusver duidelijk hoop ik?

De klep:

1. Je begint te tellen bij de steek waar je in de laatste ronde hebt aangehecht, en telt dan 12 steken verder, en hecht aan in de 13e steek, 1 losse en 1 vaste nog in deze zelfde steek, dan 1 vaste in de volgende 11 steken, en dan keren (12 steken, de 1e losse niet meegeteld = keerlosse).

2. Alleen in de voorste lussen: 1 vaste in elke steek (12)

7. Minderen in de 1e 2 steken (d.w.z. 1e 2 steken samen haken), 1 vaste in elk van de volgende steken totdat je er nog 2 over hebt, en dan die laatste 2 ook samen haken (10).

1 losse, halve vasten verdeeld over de klep (ik vermoed dat 'brim' klep betekent), met 1 hv in het einde van elke rij aan de zijkant. In de hoeken tussen de klep en de pet, 2 vasten en dan verder met halve vasten totdat je het startpunt bereikt hebt. Met halve vaste aansluiten in de eerste steek en afhechten.

Veel succes!