Basis van het zakje

Basisring: 6 lossen met een halve vaste gesloten tot ring

Ronde 1: 3 lossen (tellen als 1 stokje), 15 stokjes in de ring, verbinden met een halve vaste in de 3e van de 3 lossen.

Ronde 2: 3 lossen (tellen als 1 stokje), 2 stokjes in elke volgende steek, verbinden met een halve vaste in de 3e van 3e lossen (je hebt nu 31 stokjes, het is belangrijk dat dit aantal klopt voor de afwerkrand: een veelvoud van 6 +1)

Ronde 3: 3 lossen (tellen als 1 stokje), 1 stokje in elk volgende stokje van de vorige ronde, verbinden met een halve vaste in de 3e van de 3 lossen. (als het goed is heb je nog steeds 31 stokjes!)

Ronde 3 kun je herhalen tot je de gewenste lengte van je opbergzakje hebt. Denk er aan dat je zeker twee rondes meer haakt dan de lengte van je langste haaknaald.

Afwerkrand

1 losse, *twee steken overslaan, 5 stokjes in het volgende stokje van de vorige ronde, twee steken overslaan, 1 vaste*. Het gedeelte tussen *-* hethalen tot het einde van de ronde, maar in plaats van de laatste vaste eindigen met een halve vaste in de eerste losse van de ronde.

Sluitkoord

40 lossen, haak een halve vaste op iedere losse. Om het koord steviger te krijgen kun je voor de halve vasten een haaknaald nemen met een maat kleiner dan dat je gebruikt hebt voor de lossen. Weef het sluitkoord door de eennalaatste ronde met stokjes en knoop de uiteinden samen. Voor het vastknopen is het handig om bij de beginlus een flink stuk draad over te laten aan de 'korte kant' en om aan het eind ruim af te hechten. Je hebt nu genoeg draad om te knopen.

Voering

Als je je haaknaalden opbergt in een gehaakt tasje heb je grote kans dat je ze alsnog kwijtraakt, doordat ze door het haaksel heen steken. Het is dus een goed plan om het zakje te voeren.

Bloemetje ter versiering

Basisronde: 7 lossen, verbinden met een halve vaste tot ring

Ronde 1: 1 losse, 14 vasten in de ring, verbinden met een halve vaste in de eerste losse van de ronde

Ronde 2: 4 lossen, *4 dubbele stokjes over twee steken samenhaken, 3 lossen, 1 vaste in de volgende vaste van de vorige ronde, 3 lossen*. Het gedeelte tussen *-* drie keer herhalen. 4 dubbele stokjes over twee steken samenhaken, 3 lossen, 1 halve vaste in de eerste losse van deze ronde. AFHECHTEN.

Dit is het eerste patroon dat ik zelf in elkaar geknutsel heb. Ik ben heel erg benieuwd wat jullie er van vinden en of ik het helder heb uitgelegd. Als jullie het namaken zou ik het heel leuk vinden om er foto's van te zien.

Liefs,

Merijn